Corolla/Tercel/Auris

Corolla/Tercel/Auris

Denk je aan Toyota, dan denk je al snel aan de Corolla. Dit meest verkochte model van Toyota is inmiddels meer dan 35 miljoen keer verkocht en hiermee de best verkochte auto ter wereld. Uiteraard betreft het hier dan niet één geproduceerd model zoals bijvoorbeeld de Kever, maar diverse verschillende modellen die onder de naam Corolla zijn geproduceerd.

Binnen dit overzicht worden ook de Tercel en de Auris genoemd. De Tercel is in Nederland tussen 1979 en 1983 gevoerd en had veel parallellen met de Corolla. In het buitenland is de Tercel hierna als eigen model verder gegaan.

In 2007 kwam de Auris als opvolger voor de Corolla. Daarom wordt ook dit model binnen dit overzicht opgenomen.

 

Naamgeving

De naam Corolla betekent bloemkroon. Vanwege deze naam heeft het oude Corolla embleem met de bloemkroon tot circa 1979 de auto’s verfraaid. Hierna werden de letters “Toyota” als merkembleem gebruikt en vanaf 1991 wordt voor de Corolla het logo met de drie ellipsen als merkembleem gebruikt.

 

Modelvormen

Kenmerkend voor de wat latere modellen waren de verschillende carosserievormen. De eerdere modellen waren alleen als sedan en station leverbaar, vanaf model 80 was er een drie- en vijfdeurs hatchback, een sedan, coupé, station en een liftbackmodel. Dit is ook in de latere modellen voortgezet, maar later verdwenen er weer enkele carosserievormen.

 

Corolla KE10

Tot 1966 bestond er nog geen Corolla model. Het toenmalige model heette Toyopet. In oktober 1966 kwam de eerste Corolla uit, de KE10 serie. De auto had een 1.077 cc motor (K-type) van 48 pk.

Corolla KE10 sedan
Corolla KE16

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Corolla KE15 Coupé

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In 1969 kwamen de modellen KE11, KE17 en KE18 uit. De carrosserie was gelijk, alleen werd de zwaardere 1.166 c motor (type 3K) toegepast.

Corolla KE20

Corolla KE20 sedan
Corolla KE25 coupé

 

 

 

De basisprijs van de KE20 Special de Luxe was in 1971 € 3.357. Vanaf 1973 zijn de zijknipperlichten apart vooraan de voorspatschermen geplaatst en eindigt de voorgrill in een sierstuk met horizontale ribbels.werd in 1970 opgevolgd door de KE20. Dit model Corolla was voorzien van dezelfde 3K/3K-H motor. Tevens was vanaf 1973 een 1.588 cc motor (2T) van circa 73 pk leverbaar. In het buitenland kwam ook nog een SR coupe-versie uit (TE27), waarbij een dubbele carburateur werd toegepast. Het vermogen van deze motor was 68 pk. Later verscheen zelfs een versie met dubbele nokkenassen (2T-G) van 108 pk. In Nederland hielden we het bij de KE25 1200 Coupé.

Corolla KE30

 

 

 

 

 

 

In december 1974 komt het volgende Corolla mode, de KE30 uit. Dit model is een fractie (55 mm langer en 70 mm breder) groter dan het KE20 model, welke nog even in het leveringsprogramma bleef. Hoewel in sommige landen op het coupémodel KE35 een vijfversnellingsbak leverbaar is, blijft de keuze in Nederland beperkt tot een volledig gesynchroniseerde handgeschakelde vierversnellingsbak of de Toyoglide tweeversnellings automatische transmissie. Net als het voorgaande model KE20 was het KE30 model voorzien van een starre achteras met hal elliptische bladveren en MacPherson veerelementen aan de voorzijde. Verschil met het KE20 model is dat het KE30 model is voorzien van een gescheiden hydraulisch remsysteem met schijfremmen voor en trommelremmen achter.

 

 

 

 

De twee- en vierdeurs sedanmodellen en de tweedeurs coupé uitvoering KE35 wordt gecompleteerd met een besteluitvoering met drie of vijf deuren leverbaar, het KE36 model. Dit model kon ook in gesloten (driedeurs) besteluitvoering worden geleverd.

In 1975 kostte een KE30 1.2 (3K-H) Economic coach € 4.308 en een 1.2 SR coupé met 3K-B motor € 5.558. Naast het KE35 coupé-model werd ook een TE37 model geproduceerd. Dit model heette SR-5 en was voorzien van de 1.6 twincam-motor 2T-G.

Levin Liftback

 

 

 

 

Corolla KE50 Sportswagon

In Nederland was aan het eind van de levensloop van de KE30 serie ook een liftbackmodel, de Sportswagon leverbaar. Dit model was als KE50 met de 1166 cc 3K-H motor en als TE55 met de 1588 cc 2T-G motor leverbaar. Voor het eerst werd de benaming liftback geïntroduceerd, de benaming van Toyota voor een hatchbackmodel met schuine en vlak liggende achterruit. Dit liftbackmodel heeft als enige drie deuren, alle latere liftbackmodellen hadden altijd vijf deuren.

Corolla coupé #E70 serie
Toyota TE47? Trueno Liftback

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daihatsu Charmant
TE47 Toyota Trueno coupé

 

 

 

 

 

 

Corolla KE60

Dit model is in Nederland nooit gevoerd. In het buitenland is dit model geleverd als coupé en als vierdeurs sedan. De benaming was dan KE66 en parallel is dit model ook als Daihatsu Charmant gevoerd.

KE70 Sedan Corolla DX 1300

 

 

 

 

 

 

Corolla KE70

In 1979 kwam de KE70 serie. Dit model was veel hoekiger dan de voorgaande modellen en was qua vormgeving een veel grotere verandering dan de voorgaande modelwisselingen. Het KE70 model was aan de achterzijde voorzien van de wielophanging zoals deze ook in de Celica werd gevoerd, dus met schroefveren. De stationmodellen hadden nog steeds bladveren achter.

Toyota Corolla SR5 sport coupe E70 (USA)
toyota corolla sr5 liftback Liftback

 

 

 

 

 

 

 

 

De Corolla 70-serie omvatte de twee- en vierdeurs sedanmodellen (KE70) met de 1.290 cc 4K motor van 60 pk, het driedeurs coupémodel (KE70 1.3 & TE71 1.6 GT) met de 1.588 cc 2T-G motor en als bijna identieke driedeurs liftbackmodel (KE70 1.6 & TE71 1.6) met de 4K of de 2T motor. Verschil tussen de liftback en de coupé is het duidelijkst te zien aan de schuine (bij de liftback) of verticale (bij de coupé) B stijl. Hiernaast dus de coupé. Tevens had de coupé een kortere wielbasis en daardoor een kleiner tweede zijruitje. Bij de liftback was deze ook neerdraaibaar.

 

 

 

 

 

 

Voor het eerst was ook een dieselmotor leverbaar. Deze werd gevoerd in de sedan en wagon als type CE70 en het betrof de 1.839 cc 1C dieselmotor van 58 pk. Het was dezelfde dieselmotor welke ook in de Carina TA60 (1981-1984) werd gevoerd. De KE70 modellen waren leverbaar met handgeschakelde vier- en vijfversnellingsbakken en 3-traps automaten.

In 1982 onderging de KE70 serie een lichte facelift.

 

Tercel AL11

 

 

 

 

 

 

 

In 1979 kwam ook de Tercel (L1) uit. Dit model werd in Japan de Corolla II genoemd. Groot verschil met de Corolla KE70 serie was dat dit model voorwielaandrijving had. De Tercel was leverbaar in een twee- en vierdeurs sedan en in een driedeurs coupé model welke voorzien was van een meescharnierende achterruit.

 

 

 

 

 

 

 

 

De modellen van na de facelift van herfst 1980 zijn te herkennen aan het driehoekige stadslicht. De toegepaste motor in de Tercel was de 1.295 cc 2A motor van 65 pk, welke later ook in de Corolla AE80 leverbaar werd. Deze motor was een stuk moderner dan de 4K motor die in de KE30 werd gevoerd.

De Tercel was geen groot verkoopsucces. Kwam het door de vormgeving of zaten de Tercel en de Corolla in elkaars vaarwater? Of was Nederland nog niet klaar voor voorwielaandrijving?

Tercel AL20

Tercel AL20

 

 

 

 

 

Eind 1982 wordt het Tercel-model opgevolgd door een model met drie of vijf portieren, de AL20. De enige leverbare motor is het 2A-exemplaar van 1.295 cc van 65 pk. Uiteraard heeft deze auto ook voorwielaandrijving. In tegenstelling tot het eerste model Tercel is dit dus een hatchbackmodel. Tezamen met de Corolla sedanmodellen biedt dit een complete lijn auto’s in het C-segment.

 

Als actiemodel werd in 1983 de 1.3 SR, geleverd. Dit model is herkenbaar aan de twee kleuren lak (donkerblauw/zilver). Het model was als extra voorzien van onder andere lichtmetalen velgen, velours bekleding en een 5-versnellingsbak. Latere SR modellen werden iets minder rijk gevoerd.

Tercel 4×4
Corolla E9 4×4


De Tercel is tussen 1984 en 1987 ook als stationmodel leverbaar geweest, voorzien van 1.452 cc motor van 71 pk èn met vierwielaandrijving. Vanwege dit concept mocht deze auto 1.400 kg trekken.

 

Omdat de Corolla AE80 (zie hieronder) vanaf eind 1984 ook als hatchback werd gevoerd, was de noodzaak voor de Tercel AL20 niet meer aanwezig. De opvolger van de Tercel AL20 werd daarom niet meer in Nederland gevoerd. Sporadisch werden er via de parallelimport uit onder andere Amerika en Aruba modellen in Nederland aangetroffen.

 

Corolla AE80

 

In de zomer van 1983 kwam de Corolla 80-serie uit. Net als de voorgaande modellen in een sedanuitvoering (die vanaf dit model altijd vierdeurs is) en een vijfdeurs liftback. Op dat moment werd de rol van de drie-en vijfdeurs hatchback vervuld door de Tercel AL20. Er was ook een station leverbaar, deze was echter gebaseerd op het voorgaande KE70 model en had nog achterwielaandrijving. Dit was namelijk de eerste Corolla met voorwielaandrijving.

 

Beide modellen waren leverbaar met de 2A 1.290 cc motor van 69 pk en de 4A 1.587 liter motor van 84 pk, beiden met twee kleppen per cilinder. Er was ook een AE86 coupémodel leverbaar met de 1.587 cc 4A-GE motor met vier kleppen per cilinder, twee bovenliggende nokkenassen en elektronische brandstofinspuiting. Het vermogen bedroeg circa 130 pk. Voor de veelrijders was nog steeds de vertrouwde 1C 1.839 cc dieselmotor van 58 pk leverbaar.


 

 

 

 

 

 

 

Van de liftbackuitvoering met de 4A motor (1983-1985) was ook een 1.6 SXL-model leverbaar in 1984. Deze auto was te herkennen aan de tweekleurige metallic buitenzijde (zwart of donkerblauw metallic en zilvergrijs metallic). Binnenin was een toerenteller aanwezig.

 

Vanaf eind 1984 kwam, als opvolger voor de AL20 Tercel, het Corolla hatchback model. Deze had de kenmerkende schuine achterklep. Gelijktijdig werden in Nederland de 1.290 cc en de 1.587 cc motoren vervangen door het 1.295 cc grote 2E exemplaar met drie kleppen per cilinder van 75 pk. Voor de 2A motor was dit een goede vervanger, de 4A bezitters moesten wel een stapje terugdoen in vermogen (84 versus 75 pk) maar vooral in koppel onderin.

De hatchback kreeg ook de bijzonder snelle GT Twin Cam 16 versie met de 121 pk 4A-GE motor, welke bekend was uit de Corolla AE86 en de Celica GT-S; deze motor is in deze tijd ook geleverd in de MR2 AW11.

 

 

 

 

 

Tijdens de introductie van het hatchbackmodel ondergingen de sedan en liftback ook een kleine facelift. De grill had geen kleine horizontale lamellen meer en de kentekenverlichtingsunit aan de achterzijde had een andere vorm. In het dashboard kregen de knoppen naast de snelheidsmeter een iets andere vorm (horizontaal in plaats van vertikaal).

 

Populair waren de SXL-uitvoeringen met in kleur gespoten bumpers, toerenteller, zwarte raamomlijsting, velours bekleding, vijfversnellingsbak en (in de sedan en liftbackuitvoering) een elektrisch schuif/kanteldak. De SXL was alleen leverbaar in het wit, donkergrijs en rood. Zie bovenstaande foto met naast elkaar een 1.3 GL 2A uit 1984 en een 1.3-12V SXL 2E uit 1987.

 

Corolla EE90

 

In 1987 kwam wederom een geheel nieuw (ronder) model uit. Binnen dit E9 model was voor onder andere de caravanbezitters eindelijk weer een 1.587 cc motor leverbaar, de 4A-F met vier kleppen per cilinder van 90 pk. Ook de 1.295 cc 2E motor met drie kleppen per cilinder en de 1.839 cc 1C dieselmotor uit het voorgaande model van 64 pk waren leverbaar. De benzinemodellen hadden in het begin een ongeregelde katalysator.

 

 

 

 

Voor de driedeurs hatchback en vijfdeurs liftback in AE92 GT-i 16 uitvoering was de 1587 4A-GE (eveneens uit het voorgaande model) leverbaar. Deze auto’s hadden een topsnelheid van 195 km/uur en het vermogen bedroeg 125 pk (met katalysator 116 pk).

Buiten deze 3- en 5-deurs hatchback en 5-deurs liftback was er een vierdeurs sedan en een vijfdeurs stationmodel leverbaar. Ook het stationmodel had nu voorwielaandrijving. In Nederland was de hatchback het meest populair. Een 1.587 cc driedeurs hatchback in 1.6 XL-uitvoering kostte in 1987 € 11.187.

Eind 1989 werd vanaf modeljaar 1990 een facelift doorgevoerd. In plaats van carburatie waren beide motoren voorzien van multipoint inspuiting en een geregelde driewegkatalysator. Deze modellen zijn te herkennen aan de type-aanduiding (XLi) en (een jaar later) de grill met het bekende elliptische Toyotalogo. Het vermogen van de 2E-E motor ging van 75 pk naar 82 pk, het vermogen van de 4A-FE motor nam toe van 90 naar 105 pk. In het interieur werd de aanwezigheid van de 1.587 cc motor verraden door een driespaaksstuur, in plaats van een tweespaaksstuur bij de 1.295 cc versies.

 

De populariteit van de hatchback werd verder verhoogd met diverse actiemodellen. Tijdens zijn levensloop waren onder andere de modellen Chic (met houten stuur), Sport (met toerenteller en meegespoten bumpers), Black en White leverbaar. Populair waren ook de GT-S-versie en vanaf 1990 de GTSi-versie. Dit model had enkele uiterlijke kenmerken van de GT-i, zoals de zwarte sideskirts en achterklepspoiler, de sportstoelen en sportbumpers. De motor was echter de 4A-F (en vanaf 1990 de 4A-FE motor) uit de standaardversie.

 

De GT-i versie had als extra’s: oliedruk- en voltmeter, de met leder beklede pookknop en het sportstuurwiel, lichtmetalen wielen, sportonderstel, centrale portiervergrendeling, bumpers/stootlijsten en sideskirts in kleur, getint glas en op de lifrback ook elektrische ramen rondom, stuurbekrachtiging en in kleur gespoten 3 delige achterspoiler.

 

In de laatste modeljaren (1991 en 1992) was het E9 model leverbaar in de uitvoering Comfort. Binnen deze uitvoering waren stuurbekrachtiging, centrale portiervergrendeling, toerenteller en meegespoten bumpers standaard.

De Corolla E9 was ook als stationuitvoering met afwijkende vormgeving, vierwielaandrijving en 4A-FE motor leverbaar. De opvolger van de Tercel 4WD. Dit model werd zeer sporadisch verkocht, maar was in andere landen (Zwitserland en Oostenrijk) veel populairder. Deze kwam in augustus 1988 uit, waarbij de – inmiddels een jaar eerder geleverde – 4WD versies van de Sedan relatief gezien een enorme zeldzaamheid heeft.

 

Corolla EE10

In juni 1992 kwam het Corolla E10 model uit. Begin jaren ‘90 zat de economie in Japan in een flinke dip en de Yen was duur ten opzichte van de Europese munten. Dit Corolla-model was voor de consument dan ook flink duurder dan het voorgaande model. De carrosserievarianten waren vergelijkbaar met het EE90-model, dus een drie- en vijfdeurs hatchback, een vierdeurs sedan, een vijfdeurs liftback en een vijfdeurs stationwagon. De driedeurs hatchback was natuurlijk het populairst. De prachtige liftback werd echter met zoveel extra’s uitgerust, dat dit model zichzelf uit de markt prijsde en deels de prijzen van de kaalste Carina E uitvoeringen overlapte. Dit resulteerde in erg lage verkoopaantallen, terwijl dit model dit niet verdiende. In allerijl kwam een minder luxe XLi-versie op de markt met de basismotor, de 1.332 cc 4E-FE met vier kleppen per cilinder, een dashboard zonder toerenteller en zwarte bumpers.

 

Corolla E10 wagon 1993

 

 

 

 

 

Deze 4E-FE motor leverde in het begin 88 pk, maar latere versies hadden een ander geprogrammeerd motormanagement, waarbij het lagere vermogen van 75 pk ook bij lagere toerentallen (5400 i.p.v. 6000 toeren) vrijkwam. Hierdoor was het motorkarakter wat minder nerveus. De grotere 1.587cc 4A-FE motor leverde onveranderd 114 pk. Binnen deze Corollalijn waren vooral in de latere modellen van na de facelift uit 1995 extra’s leverbaar die nog nooit op een Corolla hadden gezeten, zoals airbag, airco enABS.

 

 

 

 

 

 

 

De hatchbackmodellen van na de facelift zijn te herkennen aan een aangepaste grill. Er was trouwens in alle modellen (CE100) een 1.975 cc 2C dieselmotor leverbaar, deze als opvolger van de 1C diesel van 1.839 cc.

 

Corolla EE11

Vijf jaar later, het was 1997, werd het tijd voor iets compleet nieuws. De Corolla was altijd al een zeer betrouwbare, maar toch wel brave metgezel geweest. Deze voornaamste eigenschappen kwamen bij elke autotest naar boven en de ontwerpers van Toyota namen deze kritiek ter harte. Toen het EE11 model uitkwam was de pers ook laaiend enthousiast. Een Corolla met kikkerogen, uitbundige kleuren en heftig gekleurde bekleding en nog wel in twee tinten. En dat bij een Toyota. Ook de kritiek dat het voorgaande liftback-model te duur was werd ter harte genomen. Doordat de liftback maar 450 euro duurder was en het feit dat het hatchbackmodel alleen als driedeurs leverbaar was, werd dit model prima verkocht.

 

 

 

 

 

 

Er werd ook nog een station verkocht, ook al een eigenzinnig model met hooggeplaatste achterlichten. De toegepaste motoren waren vergelijkbaar met de voorgaande versie: de 1.332 cc 4E-FE-motor van 86 pk en de 1.587 cc 4A-FE motor van 110 pk. Ook de 1.975 cc grote 2C diesel was in alle modellen leverbaar.

 

 

 

 

 

 

 

Deze gedaanteverschijning was toch iets te heftig voor de over het algemeen wat conservatieve Corolla rijder. Zo verdween eerst de beige/grijze duo-tone binnenbekleding en werden de carrosserie-kleuren wat minder opvallend. De lipstick red (roze) gekleurde Corolla was niet meer leverbaar en werd verruild voor een helder gekleurd (3E5, Super Red) rood exemplaar.

Hierna werd in 2000 ook de vorm van de carrosserie iets gewijzigd. De twee ronde koplampen werden verruild voor een geïntegreerde dubbele ronde exemplaren achter helder glas. Ook kwam er een boardcomputer met (in de benzinemodellen) gemiddeld verbruik, gemiddelde snelheid en buitentemperatuur. De benzinemotoren kregen variabele kleptiming (VVT-i). Het 1.332 cc grote exemplaar werd vervangen door de 1.398 cc grote VVT-i benzinemotor van 97 pk, de 4ZZ-FE. Het 1.587 cc exemplaar werd vergroot tot 1.598 cc (3ZZ-FE), maar behield zijn maximale vermogen van 110 pk. Vanwege de strengere emissie-eisen werd de 1.975 cc grote diesel vervangen door een 1.867 liter Peugeot exemplaar (WZE-110) van 69 pk.

 

Voor de echte dieselliefhebbers was het mooi dat ook een 1.995 cc direct ingesloten 2.0D4-D dieselmotor met turbo en common rail leverbaar werd, de 1CD-FTV. Deze motor leverde een maximaal vermogen van 90 pk. De modellen kregen de typeaanduidingCDE110 mee. De Toyota-diesels waren altijd superbetrouwbaar, maar hadden niet de technische snufjes die de Europese diesels halverwege de jaren ‘90 kregen. Dit omdat in Japan en Amerika de dieselmotor veel minder populair is. Maar omdat Toyota zijn Europese kruistocht echt serieus nam, moest om goed mee te kunnen komen in Europa een “state-of-the-art” diesel verschijnen. En dat is met deze diesel prima gelukt.

Grappig te vermeden is dat dit het model met de meest verschillende leverbare motoren ooit is geweest: vier benzine- en drie dieselmotoren.

 

Corolla EE12

Om deze Europese gedachte echt door te zetten, verscheen in 2001 het Corolla E12 model. Dit model werd getekend door de Europese ontwerpstudio European Design Development (ED2) in Frankrijk. Zoals het naar het Golf-voorbeeld betaamd, was alleen een drie- en vijfdeurs hatchbackmodel leverbaar. De auto werd tezamen met de Avensis geproduceerd in Burnaston, Engeland. De liftback moest verdwijnen. Wel werd een midi MPV-model ontwikkeld welke werd geproduceerd in Japan. Om toch de verbondenheid met de Corolla te accentueren kreeg dit model geen aparte naam maar de toevoeging Verso, de E121.

Een dergelijk model bleek binnen dit segment zeer populair te zijn, gezien het verkoopsucces van de Europese midi MPV’s Renault Megane Scenic, Opel Zafira, Citroën Xsara Picasso e.a. Uit de verkoopcijfers bleek dit een schot in de roos te zijn, circa 30% van alle Corolla’s was een Verso model, dit ondanks de stevige prijs van dit model.

 

 

 

 

 

 

En natuurlijk was ook een stationmodel en een sedanmodel leverbaar. Beiden worden gemaakt in de Toyotafabriek in Turkije.

 

Op het motorische vlak waren er geen veranderingen. De typen 1.398 4ZZ-FE en 1.598 3ZZ-FE cc VVT-i waren gelijk. De Peugeot-diesel werd geschrapt. Niemand was daar eigenlijk rauwig om, want deze dieselmotor was van alle Toyota motoren eigenlijk de minst goede. Corolla’s met deze dieselmotor kenden vaker elektronica- en koppelingsproblemen.

 

 

 

 

 

 

De 90 pk sterke 2.0D4-D werd vergezeld door een exemplaar met intercooler, zodat het vermogen toenam tot 110 pk. Vreemd genoeg werd deze sterkere dieselmotor niet leverbaar voor de zwaardere en hogere Corolla Verso. Waarschijnlijk had dit een prijstechnische oorzaak, de Verso zou dan nóg duurder worden. Wel kwam er voor de Verso een 1.796 liter VVTi-exemplaar van 135 pk (1ZZ-FE) en werd er voor de Corolla hatchback de 1.794 cc VVTL-i motor (2ZZ-GE) van 192 pk uit de Celica leverbaar. Eindelijk weer een echte GT-i in de vorm van de Corolla T-Sport. De prijs van deze pittige Corolla met zes versnellingen bedroeg in 2004 € 26.450.

 

In 2004, amper twee jaar na de introductie, komt er een geheel nieuw Verso model uit, model R10. De concurrentie had steeds meer zevenzitters in dit midi MPV segment en ook de Corolla Verso moest dit kunnen bieden.

Dit nieuwe Verso model heeft daarna ook de Avensis Verso vervangen. Het zevenzitsconcept is erg populair, maar eigenlijk is er sprake van een 5+2 zitter. De laatste twee in de bodem geïntegreerde stoelen zijn beperkt van omvang. Het model kan hiermee concurreren met midi MPV’s als de Zafira, Grand Scenic en Touran. De benzinemotoren blijven ongewijzigd, als dieselmotor wordt in de Verso alleen de 1CD-FTV 1.975 cc met intercooler van 110 pk gevoerd.

 

Corolla Verso 2002

 

 

 

 

 

 

De andere Corollamodellen hatchback, sedan en station ondergaan een minder heftige gedaanteverandering. De koplampen krijgen een ‘traantje’, vergelijkbaar met de Yaris facelift. Ook wordt de geluidsisolatie verbeterd. De 90 pk D4D dieselmotor van 1975 cc krijgt een opvolger in de vorm van de 1ND-FTV, 1.364 cc met acht kleppen. Dit is de verbeterde dieselmotor uit de Yaris. Door de inspuitdruk verder op te voeren levert deze motor ook 90 pk.

 

In 2006 wordt de 1CD-FTV dieselmotor van 110 pk opgevolgd door de 2AD-FTV dieselmotor van 2.231 cc inhoud. Er zijn twee uitvoeringen, standaard is deze 136 pk. In de meest krachtige uitvoering, de D-CAT (Diesel Clean Advanced Technology) heeft deze motor het onwaarschijnlijke koppel van 400 Nm en het maximale vermogen van 177 pk. Het is met stip de sterkste motor in zijn klasse! Deze dieselmotor heeft een dualistisch karakter, superschoon dankzij de piëzo inspuittechniek en 4-weg katalysator en prestaties die een sportwagen niet zouden misstaan. Het schone karakter zit met name in een zeer lage NOx emissie, iets dat met dieselmotoren altijd lastig te realiseren is. Beide uitvoeringen hebben een zes versnellingsbak.

Dit motortype heeft wel voor bovengemiddeld veel storingen gezorgd. Voor problemen met de koppakking is een uitgebreide regeling getroffen, zodat gedupeerden die buiten de 100.000 km of drie jaar vielen werden geholpen.

 

Auris EE15, Verso en Corolla EE15

In 2007 wordt de Corolla hatchback opgevolgd door de Auris. Na 40 jaar een nieuwe naam voor de Corolla! Ook de Corolla Verso heet vanaf dan Verso, want het is de enige Verso na het schrappen van de Yaris Verso en de Avensis Verso. Er blijft alleen een sedanmodel van de Auris de naam Corolla houden. Het stationmodel verdwijnt en ter compensatie wordt van de Avensis station een 1.6 instapmodel leverbaar.

 

 

 

 

 

 

 

 

De leverbare benzinemotoren betreffen de 4ZZ-FE (1.398 cc) en de 1ZR-FE (1.598 cc). In de dieseluitvoering zijn er drie motoren leverbaar: 1ND-TV (1.4 diesel 1.364 cc 8V), 1AD-FTV (1.995 cc diesel 16V) en 2AD-FHV (2.231 cc diesel D-CAT 16V). Voor de Verso verandert er niets.

 

In 2007 ondergaat de Verso een zeer lichte facelift. Buiten een ander kleurenprogramma is de grill licht afwijkend en zijn de achterlichten iets anders van indeling. Op het motorische vlak zijn er geen wijzigingen.

 

In 2009 heeft de Verso een opvolger gekregen. Dit model is dan niet meer gebaseerd op de Corolla maar op de Avensis, dus past het model feitelijk niet meer binnen dit verhaal.

 

In 2010 komt de Auris ook als hybridemodel op de markt. De aandrijflijn bestaat uit de motoren uit de Prius, dat wil zeggen een benzinemotor van 1.8 liter en een elektromotor. Het gezamenlijke vermogen betreft 136 pk. Het model ondergaat ook een behoorlijke facelift waarbij de wat sportievere bumpers het meest in het oog lopen.

 

Auris EE16

Eind 2012 wordt op de Autosalon van Parijs de opvolger van de Auris gepresenteerd. De agressievere neus deelt nu ook in het familiegezicht met de Yaris, Aygo en Verso. De station keert ook weer terug, nadat de Verso wat groter is geworden was er weer ruimte voor een stationmodel. De beschikbare motoren zijn de 1.3 en 1.6 benzinemotor (4ZZ-FE, 1.398 cc en 1ZR-FE, 1.598 cc), de 1.8 hybride en de 1,4 (1ND-TV) en 2,0 diesel (1AD-FTV). Dezelfde motoren als in het voorgaande model.

In de loop van 2014 zullen BMW diesels geleverd gaan worden. Verwacht wordt dat deze ook in de Auris terecht zullen komen.

 

 

 

 

 

 

 

Al met al heeft de Corolla met deze 16 modellen een zeer verdienstelijke staat achter de rug. De Corolla is hiermee het meest verkochte model ooit geweest. Door deze modelwisselingen heeft Toyota altijd actueel proberen te zijn en ingespeeld op de situatie uit de markt. Onterecht worden deze modelwisselingen nog wel eens als negatief ervaren.

 

 

MODELLEN- EN MOTORENOVERZICHT 1966TOT2012

 

Model bouwjaar motortype inhoud vermogen bij toerental in pk kleppen/cilinder

KE10/15 1966-1968 3K 1077cc 48 pk onbekend rpm 2 per cilinder

KE11/17 1968-1971 3K 1166 58 6300 2

 

KE20/25/26 1971-1974 3K-H 1166 58 6300 2

 

KE30/35/36 1975-1979 3K-H 1166 55 5600 2

 

KE50 1976-1979 3K-H 1166 55 5600 2

TE51 1976-1979 2T 1588 73 5000 2

 

KE70 1979-1982 4K 1290 60 5400 2

KE70 1982-1985 4K 1290 65 5400 2

TE71 1979-1982 2T 1588 75 5200 2

TE71 1979-1982 2T-G 1588 110 6200 2

CE70 1982-1987 1C 1839 58 4500 2

 

AE80 1983-1984 2A 1295 69 6000 2

AE82 1983-1984 4A 1587 84 5600 2

AE86 1983-1987 4A-GE 1587 124 6600 4

EE80 1985-1987 2E 1295 75 6200 3

AE82 1985-1987 4A-GE 1587 121 6600 4

CE80 1985-1987 1C 1839 64 4700 2

 

AE92 1987-1989 4A-F 1587 90 6000 4

AE95 1988-1992 4A-FE 1587 105 5600 4

EE90 1987-1989 2E 1295 75 6200 3

EE90 1989-1992 2E-E 1295 82 6000 3

CE90 1987-1992 1C 1839 65 4700 2

AE92 1987-1991 4A-GE 1587 116 6600 4

 

EE101 1992-1995 4E-FE 1332 88 6000 4

EE101 1995-1997 4E-FE 1332 75 5400 4

AE101 1992-1997 4A-FE 1587 114 6000 4

CE100 1992-1997 2C 1975 73 4600 2

EE111 1997-2000 4E-FE 1332 86 5400 4

AE111 1997-2000 4A-FE 1587 110 6000 4

CE110 1997-2000 2C 1975 73 4600 2

 

WZE110 1999-2000 1WZ 1867 69 4600 2

ZZE111 2000-2001 4ZZ-FE 1398 97 6000 4

ZZE112 2000-2001 3ZZ-FE 1598 110 6000 4

CDE110 2000-2001 1CD-FTV 1995 90 4000 4

 

ZZE12 2001-2006 4ZZ-FE 1398 97 6000 4

ZZE12 2001-2006 3ZZ-FE 1598 110 6000 4

ZZE122 2001-2006 1ZZ-FE 1794 135 6000 4

ZZE123 2001-2006 2ZZ-GE1796 192 7800 4

CDE120 2001-2006 1CD-FTV 1995 90 4000 4

CDE120 2001-2006 1CD-FTV 1995 110 4000 4

 

CDE150 2004-2006 1CD-FTV 1995 110 4000 4

CDE150 2004-2012 2AD-FHV 2.231 177 400 16

CDE150 2006-2012 1AD-FTV 1.998 128 300 16

CDE150 2007-2012 1ND-TV 1.364 90 190 2

CDE150 2007-2012 2AD-FHV 2.231 136 340 16

ZZE150 2007-2009 4ZZ-FE 1.398 97 130 16

ZZE150 2009-2012 2ZZ-GE 1.329 100 132 16

ZZE150 2007-2012 1ZR-FE 1.598 124 157 16

 

 

 

 

Joost Mooij.