Toyota Historie in vogelvlucht.
De Toyoda Automatic Loom Works Limited werd opgericht door Sakichi Toyoda in 1926 Dit gebeurde in Kariya nabij Nagoya. Toyoda begon met het maken van aanpassingen aan weefmachines en vergaarde door middel van de verkoop van de rechten aan een Engelse firma een klein fortuin. Sakichi gaf een gedeelte van zijn verdiende geld aan zijn zoon, Kiichiro. Hij was degene die een autodivisie startte.
Toyoda’s eerste auto, een prototype, die in samenwerking met het Okuma-Nippon Sharyo concern in 1932 op de markt kwam was geen groot succes. Kiichiro bleef volhouden. In 1935 was het prototype van het Model-A af. Het model had veel weg van de Chevrolets uit die tijd, zelfs het motorblok kwam exact overeen met die uit de Chevrolet. De eerste sedan van Toyoda, de Model AA Sedan was een succes.
Op 28 augustus 1937 werd de Toyota Motor Company opgericht. Er werd voor Toyota gekozen in plaats van Toyoda omdat dit over de gehele wereld makkelijker uit te spreken was. Tijdens de oprichting van Toyota stonden autofabrikanten onder streng toezicht van de Japanse regering. Er waren dan ook maar een paar firma’s die auto’s mochten bouwen.
Het ging goed met Toyota. Aan het eind van 1938 was de productie gestegen van 100 auto’s per dag in 1936 maar ruim 2000 auto’s per dag. De stad Koromo, waar de Toyota’s gebouwd werden, werd later omgedoopt tot Toyota City.
Tijdens de Tweede Wereld Oorlog werden er bij Toyota geen auto’s gebouwd. Het was pas in 1947 dat Toyota weer begon met het bouwen van auto’s. De eerste auto na de oorlog was een 4X4, welke later zou uitgroeien tot de wereld beroemde Land Cruiser.
Nadat Eiji Toyoda samen met zijn management team op bezoek was geweest bij Ford in Amerika ging het roer om bij Toyota. Er werd productiever gewerkt waardoor de Toyota fabriek een van de efficiëntste van Japan werd. Dit systeem is tot op de dag van vandaag in gebruik. In 1954 werden er diverse reorganisaties doorgevoerd en de eerste klei modellen werden gemaakt en gebruik. De eerste Crown rolde in 1955 van de band. Dit bleek later een zeer belangrijk model te zijn voor Toyota.
In 1962 rolde de één miljoenste auto van de band. Toyota bouwde nu 25.000 auto’s per maand.
In 1957 werden de eerste twee Toyota naar Amerika verscheept. De twee Crown’s kwamen samen met Miss Japan in augustus aan in Amerika. Twee maanden later werd Toyota Motor Sales Inc. Opgericht. De Amerikaanse en de Japanse klanten waren twee tegen polen. De eerste poging van Toyota om zich te vestigen in Amerika resulteerde dan ook in een mislukking.
Taiichi Ohno (later Toyota’s Vice President) hielp bij het verbeteren van de productiviteit en introduceerde het “Just-in-Time” systeem. Een systeem dat vandaag de dag door de gehele auto industrie wordt gebruikt.
In 1959 werd de eerste fabriek geopend die alleen werd gebruikt voor het maken van auto’s. De Corona werd al sinds 1957 gemaakt en zou spoedig worden vervangen door de Publica UP10 met tweecilinder boxermotor. Dit was de voorloper van de bij ons bekende 1000, welke weer opgevolgd werd door de Starlet en de Yaris.
De naam Corona was in Japan al in gebruik door Nissan, maar in plaats dat Nissan naar de rechter stapte bedankte Nissan het Toyota concern voor de gratis reclame voor hun bestelbus. De auto industrie was in die tijd nog veel gemoedelijker dan hedendaags.
Ondertussen gingen de verkopen in de Verenigde Staten stukken beter. Dit was voornamelijk te danken aan de grotere 1.9 liter motor in de Crown (later ook een tweeliter en 2300 zescilinder 2M). In 1967 exporteerde Toyota 150.000 auto’s en werd daarmee binnen twee jaar de op een na grootste auto-importeur van Amerika. Alleen Volkswagen importeerde meer auto’s. In 1966 werd de eerste Corolla (de KE10 met 1100 motor) geïntroduceerd. De Corolla is nog altijd het meest geproduceerde automodel aller tijden met circa 35 miljoen stuks.
In Nederland, als voorloper van Europa, kwam Louwman & Parqui in 1964 met de eerste Toyota’s op de markt. De toenmalige Crown RS41 werd veelvuldig ingezet als taxi om de betrouwbaarheid te bewijzen en voor de broodnodige bekendheid.
In 1965 werd als middenklassemodel de Corona RT40 naar Nederland gehaald en een jaar later kwam de eerste Corolla (KE10). In 1967 kwam de luxere en exclusievere Corona Mark II RT6/7 op de markt. In 1968 werd de Crown opgevolgd door de RS50/MS55 en het jaar daarna kwam ook een wat gegroeide Corona naar ons land en werd het programma aan de onderkant uitgebreid met de eerste 1000 KP30 (uit de Publica serie). Eind jaren ’60 gaf ons ook de LandCruiser BJ/FJ40 serie en de FJ55 Customwagon.
In 1970 werden de Celica TA22 en de Carina TA12 getoond, in 1971 de grotere tweeliter (in sommige landen ook met 6 cilinders) Corona Mark II RX12/22/28 en werd de Crown opgevolgd door de 60 serie Crown met een tweeliter viercilinder en een 2600 6 cilinder (2300 in de Wagon) en werd de Corolla ververst met het nieuwe KE20 model.
Met elke uitbreiding en modelvernieuwing nam het verkoopsucces toe. In 1973 werd de 1000 vervangen door een nieuw model, gek genoeg ook onder de code KP30 en verscheen er ook een Stationwagon.
1974 was weer een jaar van veel vernieuwingen, met de gefacelifte Carina en Corona Mark II, de gloednieuwe grotere Corolla 30 serie (de KE20 Economic bleef tot 1978 als basismodel) en de nieuwe Corona RT10 (eerst met een 1.8 motor, later ook met de tweeliter 18R uit de Mark II).
1975 bracht ons de Crown 8 serie en in 1976 werd de Celica TA22 opgevolgd door de TA23 en de TA28 Liftback, ook verscheen de Carina TA14.
In het mooie jaar 1977 werd de Mark II opgevolgd door de Cressida RX30 en in 1978 kregen we de Starlet KP60, Carina TA40 en de Celica TA40 serie (op deze basis kwam buiten Europa ook de eerste Celica Supra MA41). Het laatste jaar van de Seventies gaf ook weer de nodige vernieuwing in de vorm van de Tercel AL11 (de eerste Toyota met voorwielaandrijving), de Corolla KE70 en de Corona Liftback.
1980 gaf ons de nieuwe Crown MS112 2.8i (en de 2.2D) en 1981 werd het jaar van de nieuwe Cressida RX60 en de Carina TA/CA60. In 1982 kwam de Celica TA/RA60 serie op de markt en kregen wij onze eerste Celica Supra (MA61 2.8i); ook werd de Tercel opgevolgd door de AL20 en ging de Corona eruit in ruil voor de Camry.
1983 bracht ons de eerste voorwielaangedreven Corolla E8 Sedan en Liftback, de KE70 Stationwagon en de AE86 GT Coupé hielden hun achterwielaandrijving, ook werd de grote LandCruiser CustomWagon bij ons afgeleverd. In 1984 begon er weer een rush aan nieuwe modellen: Carina II T15, Crown MS123 en een complete LandCruiser 7 serie.
1985 gaf ons de MR2 AW11, de Starlet EP7, de Corolla AE8 Hatchback en de Cressida MX7. Het jaar daarna gaf ons de voorwielaangedreven Celica T16, de Supra MA70 3.0i en een nieuwe Camry (SV2).
1987 was het jaar van de nieuwe Corolla E9 en in 1988 kwam de nieuwe Carina II bij ons uit. Daarna bleef het relatief stil en pas in 1990 kwamen de volgende modellen nieuw uit: de Starlet EP8, de MR2 2.0 SW20, de Celica T18, de nieuwe LandCruiser en LandCruiser CustomWagon.
Eind 1991 kwam de nieuwe Camry in de showrooms en in 1992 trok het flink aan met de nieuwe Corolla E10 en de Carina E.
In 1994 was het weer tijd voor een nieuwe Celica (T20). Twee jaar later kwam de nieuwe Starlet EP9 én de nieuwe Camry. Stukken minder nieuwe modellen dan vroeger! Eind 1997 kwam de Corolla E11.
In 1998 kwam er pas een opvolger voor de Carina E in de vorm van de Avensis en in 1999 werd zowel de Celica ZZT230 als de Yaris geïntroduceerd.
Door: Marco Roeleveld